Ongemak
Tijdens je fietsvakantie kan er allemaal ‘ongemak’ ontstaan. Wat te doen?
Afzien
Geen fietsvakantie zonder momenten van ‘afzien’. Tegenvallende zware helling, hele dag regen, langer doorfietsen wegens gesloten camping, pech met je fiets, we maken het allemaal wel eens mee, maar tegen de achtergrond van de hele reis zijn dit toch vaak ervaringen die achteraf in het niet vallen tegen de totale ervaring. In veel gevallen zul je ook merken dat je dan eenvoudig een beroep kunt doen op de hulpvaardigheid van andere vakantiefietsers.
Slecht weer
Het regent zelden de hele dag of dagen achterelkaar. Als je veel op de fiets zit, ervaar je dat het (in Nederland) niet meer dan 6,5% van de tijd regent. Maar toch kan het een keer wel voorkomen en dan zul je je regenkleding hard nodig hebben. In goede regenkleding kun je een dag doorfietsen zonder nat te worden, maar echt leuk is anders.
Hitte
Over het algemeen zijn we daar niet zo aan gewend, zeker als we zonder schaduw ook nog eens moeten klimmen. Afgezien van veel drinken, zijn er aanvullende maatregelen die stevig verkoelen:
- als je over voldoende bidon water beschikt dat regelmatig over jezelf heen sproeien.
- een hoofddoek of ‘Buff’ flink nat maken, een beetje uitwringen en om je hoofd plaatsen, gegarandeerd verkoelend voor een flinke periode.
- je fietsshirt nat maken, een beetje uitwringen en aantrekken. Na de eerste schrik een geweldig middel om circa een uur lang heerlijk verkoelend te fietsen. Zo nodig herhalen.
Pech
Pech is deels te voorkomen als je met een goed onderhouden fiets op stap gaat. Dat betekent dat je derailleur, je balhoofd en je remmen goed zijn afgesteld en je remblokjes, kabels, tandwielen, banden en ketting niet versleten zijn. Dit is al meer dan het halve werk. Als je dit onderhoud zelf niet doet, is zoiets een eenvoudige routineklus voor je fietsenmaker. Op internet zijn er trouwens veel youtube filmpjes te vinden die je helpen dit soort klussen zelf te doen.
En zeker als je langer onderweg gaat, dan is het ook raadzaam eens een fiets reparatie cursus te volgen. Aanbieders van dit soort cursussen zijn o.m. Snel Fietsen, Beaglebikes, de Vakantiefietser en M-gineering. En misschien kun je hiervoor ook terecht bij je eigen fietsenmaker.
Verder kun je zelf veel verhelpen als je een basis set gereedschap bij je hebt. Voor een basis set gereedschap kijk je bij je fiets welke inbussleutel maten en bout/moer maten gebuikt zijn. Bij veel moderne fietsen heb je namelijk alleen nog inbusbouten. Alleen de bij jouw fiets gebruikte maten neem je mee. Verder een schroevendraaier die op de op je fiets voorkomende schroeven past. Tenslotte een lichte bandenplakset, een lichtgewicht fietspompje en een reserve binnenband.
Als basisreparatie is het absoluut noodzakelijk dat je een band kunt plakken of je band kunt vervangen. Het is vaak eenvoudiger om een lekke binnenband meteen te vervangen, dan te zoeken naar het lek. Ook is het handig als je je remmen en achterderailleur zo nodig kunt bijstellen. Verder is het ook raadzaam af en toe je inbusbouten en andere bouten en moeren na te lopen of ze nog goed vastzitten. Op slechte wegen wil nog wel iets lostrillen.
Bij het echt kapot gaan van onderdelen moet je naar een fietsenmaker. Door de voortschrijdende standaardisatie van de toegepaste onderdelen op Europese fietsen (denk aan Shimano) is relatief veel in het buitenland verkrijgbaar. Bij ‘specials’ is het tegenwoordig gebruikelijk dat de betere fietsenmaker onderdelen opstuurt naar elders in Europa. Betekent wel jezelf een paar dagen op je pechlocatie vermaken. Verder zijn er genoeg andere vakantiefietsers die je graag willen helpen of adviseren als je in de problemen zit.
Honden onderweg
Over het algemeen zitten de honden in West-Europese landen achter een hek of verlaten hun erf niet. Het gebeurt niet vaak dat je echt door zo’n hond (afgezien van irritant geblaf) wordt lastiggevallen. Anders kan het uitpakken met foute hondenuitlaters die hun (‘hij doet niks’) hond niet onder controle hebben of de loslopers in de meer Oost-Europese landen. Daar zijn niet alleen schuwe ‘underdogs’, maar ook agressieve exemplaren. Enkele tips:
- Actie 1: weeg af of je sneller bent dan je belager. Dit is zelden het geval. Met bagage en wellicht op een slechte weg in een paar seconden accelereren tot een snelheid boven de 30km/uur is slechts weinigen gegeven. Vluchten triggert een hond sowieso.
- Actie 1a: als je een ‘Dazer’ (elektronische hondenafschrikker) gebruikt, kan dit effect hebben (hond deinst even terug) maar succes is niet echt verzekerd.
- Actie 2: kijk een hond niet aan, negeer hem eerst en probeer zo onverstoord over te komen en ‘relaxed’ verder te fietsen (ik ben de baas!!, jij doet me niks!!)
- Actie 3 (bij de meer underdogs): dreigen of doen alsof je een steen naar hun kop wilt gooien (uiterst effectief). Als je een stok bij de hand hebt of een stevig lange fietspomp ben je ook baas!
- Actie 4 (bij serieuze dreiging tot bijten): afstappen en fiets tussen jezelf en de hond plaatsen en achterwaarts lopend voorzichtig afdruipen. Na enige tijd en voldoende afstand nemen heeft dit meestal effect.
- Actie 5 (uiterste redmiddel en onconventionele actie): je fiets neerzetten en ernaast gaan zitten en je klein maken. In hondentermen betekent dit dat je jezelf overgeeft en heeft tot resultaat dat de hond als overwinnaar na verloop van tijd afdruipt.