Eten en drinken
Of je onderweg de voorkeur hebt voor horeca of zelf picknicken/koken, besef dat niet op alle trajecten in Europa horeca of levensmiddelenwinkels even rijk gezaaid zijn. Oriënteer je vooraf op de aanwezigheid daarvan en sla tijdig een voorraadje in.
Het in voldoende mate voorhanden blijven van drinken is belangrijk, vooral in de zomer en in bergachtig terrein. De behoefte aan vochtinname op hete dagen kan wel oplopen tot 4-6 liter. Zorg voor de montage van voldoende bidonhouders op je fiets. Er bestaan ook houders voor PET-flessen, waarin 1,5 liter mee kan. De flessen zijn ook eenvoudig in te wisselen bij een volgende supermarkt. Licht koolzuurhoudend water smaakt als het warm is overigens beter dan gewoon ‘warm’ water. Vaak is het bij warm weer ook heerlijk om een schijfje citroen of limoen bij het water te doen. Houd je bidons wel goed schoon!
Als je lange afstanden fietst, neemt je calorieënbehoefte fors toe en heb je meer behoefte aan koolhydraatrijk voedsel. Ook onmisbaar voor onderweg is het meenemen van voeding in de vorm van bijvoorbeeld bananen, muesli repen, druivensuiker, zoute pinda’s of noten, die een mogelijke ‘dip’ of een mineralentekort door intensief transpireren kunnen voorkomen/bestrijden of bruikbaar zijn als ‘noodmaaltijd’. Zorg altijd voor een goed ontbijt en een stevige lunch.